Teamcoaching
Zorgteams
Elk vraagstuk wat speelt wordt nagenoeg altijd gecreëerd mét elkaar. Vaak onbewust. En daardoor wordt het vraagstuk allereerst een ont-wikkelvraagstuk. Dit gaat dan niet alleen over de inhoud maar ook over het systeem. Over de dynamiek binnen het zorgteam, de samenwerking. Over zoveel hoofden, zoveel zinnen, verschillende energie en emoties, verschillende patronen, gewoonten, kwaliteiten en strategieën die al dan niet gezien worden, kortom de onderstroom. En deze mag dan zichtbaar worden. Voor een goede samenwerking is het belangrijk dat mensen elkaar begrijpen. Door bijvoorbeeld waarden en drijfveren, gedragsstijlen, doelstellingen, ambities te delen met elkaar. Maar dan ben je nog niet bij de onderstroom. De onderstroom heeft te maken met je veilig voelen, erkend worden in wat je met je meeneemt, respect en eerlijkheid ervaren. Pas dan kan een goed gesprek gevoerd worden. En is er ruimte voor het vinden van een antwoord op de coachvraag. Wetende dat er niet één waarheid is.
Wanneer ieder zich gezien, gehoord en begrepen voelt komt er ruimte om mee te bewegen naar een oplossing, kan het teambelang voor het eigen belang gaan. Dan kan het team focus krijgen om vaardigheden te ontwikkelen als beslissingen nemen, zaken bespreekbaar maken, echt luisteren, samen creëren! Om dat te bereiken gaat het (soms) eerst ‘schuren’, het ongemak zal aangekeken worden, zelfreflectie zal gevraagd worden. Niet omdat er een schuldvraag ligt maar omdat er creatiekracht gevraagd wordt. Met andere woorden, wat is er wél, wat gaat goed, welke kwaliteiten zien jullie bij elkaar, wat mag er gezegd worden, welke oplossingen worden er gezien en wat kun je daarmee bereiken? Het hart krijgt ook een stem.
Teamcoaching vraagt om een samengaan van ‘ik’ en ‘we’.
Mijn aanpak
Mijn ervaring is dat de start van een teamcoachtraject een gezonde spanning kent.
Voor het team én voor de coach. De eerste kennismaking is geheel vrijblijvend. Het is een inventarisatie om te horen wat ieder teamlid ziet als hulpvraag voor een coachtraject. En wat het doel is voor de toekomst. Ik noem het een ‘schets’. Deze kennismaking kan een agendapunt zijn tijdens werkoverleg. Tijdens deze kennismaking krijg ik een eerste indruk van de dynamiek, de zienswijzen, de communicatiestijl, de energie die voelbaar is, de onderlinge verschillen en de plaats die de teamleider inneemt. Tijdens deze kennismaking informeer ik de teamleden ook over wat het betekent om een teamcoachtraject aan te gaan, zoals inzet, commitment, verantwoordelijkheid en de tijd die het vraagt. Mijn ervaring is dat deze basis noodzakelijk is voor succes. In de volgende sessie werken de zorgmedewerkers aan het aanscherpen van de schets tot een concrete stip op de horizon. Het wordt voelbaar dat de beweging vanuit het team moet komen, dat zelfreflectie onontkoombaar is en dat er een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is.
Als coach geef ik het zorgteam een weg om te bewandelen tijdens een sessie en in tussenliggende perioden. Het is in eerste instantie niet de “hoe anders doen’ vraag. De eerste vraag is ‘wat maakt dat het is zoals het is’. Dit vraagt om met elkaar het gesprek aan te gaan, uit te spreken wat belemmert of gemist wordt, de tijd te nemen om te duiden waar precies naar verlangd wordt. Vaak is deze stap lastig omdat men bang is dat de sfeer en de relaties verstoord worden. Echter, ‘de olifant in de kamer’ zal toch aangekeken moeten worden wil de hulpvraag van het team tot een goed einde gebracht worden. Het groepsbelang en de individuele belangen komen elkaar dan vaak tegen. Respectvolle communicatie wordt gemonitord en teampatronen worden blootgelegd. Door de zorgmedewerkers en door de coach. Begrijpen en begrepen worden is hier de basis.
Als coach faciliteer ik het pad door te spiegelen, kennis over te dragen, veiligheid te voeden en groepsleden te stimuleren. Waardoor er meer ruimte komt om samen te werken, zichzelf te zijn en kwaliteiten van elkaar te benutten.
Groepsbelang voor het eigen belang laten gaan, erop vertrouwen dat hiermee je eigen belang gediend wordt.